Het heeft gisteravond nogal geregend en vanmorgen was het bewolkt. We hadden het KOUD. We zijn dus echt en helemaal aan de hitte ontsnapt.
De meeste campings hebben een slagboom maar hier is dat een ketting met wat vlaggetjes. Die valt op de grond als je er door mag. En als je er overheen ben wordt de ketting weer strakgetrokken door een motortje. Heel apart hoor.
We hebben even een busje kruipolie geleend van Coen om de grendel van de Engel (koelkast) te smeren, die ging erg zwaar. Loopt weer prima. Misschien komt de rekening van Groot-Jebbink als we terug zijn?
We hebben afscheid van Coen genomen, de tank volgegooid en daarna weer even langs de flappentap gereden. We kunnen er weer tegen en zijn heel rustig richting Port Hedland vertrokken.
Dat we zomaar ergens op een parkeerplaats zouden moeten slapen is echt niet aan de orde. We zijn al zeker drie campings tegen gekomen die niet op de kaart of in de Lonely Planet staan. De stations hebben zeker een bijverdienste gevonden in het tourisme.
Bij een roadhouse op ons gemak een vleestaartje gegeten en daarna doorgekacheld (letterlijk) naar Eighty Mile Beach. Daar zitten we nu in een cabin, gelukkig maar want het regent alweer en Henny heeft sokken aan. Dus warm is het niet.
We zijn wel even met de auto het strand opgereden, dat is wel een aparte ervaring. De oceaan is kort aan de kust helemaal wit gekleurd en verderweg groen. Erg raar om te zien. Verder staat elke kampeerder hier aan de waterkant te vissen, echt tientallen. Ze vangen hier zalm, hopen ze.
We gaan zo maar lekker slapen en hopen dan dat we morgen als we de deur open doen weer een zonnetje zien, dan gaan we nog even naar de oceaan kijken voor we weer verder gaan naar Port Hedland.
Wat een verschil in de wolkenpartijen.
De eerste dreigend en donker en daarna weer liefelijk en mooi weer belovend.
Fijn dat de regen weer voorbij is.
Nix voor jullie, om ff een hengeltje uit te gooien.
Heeerlijk een moot verse zalm op de bbq.
Henk en Corry.